
Een goed roerei is zacht, romig en smeuïg – geen droge brokjes, maar een soort luchtige crème. Door de eieren langzaam te garen en steeds van het vuur te halen, behoud je structuur en smaak. Geserveerd op een stevig zuurdesembroodje met pesto en tomaat. Pure verwennerij.
Bereiding
1. Start roerei
Breek de eieren in een glazen kom. Zet een steelpan op laag vuur en voeg roomboter toe. Voeg vervolgens de eieren toe en begin gelijk met roeren. Een goed roerei maken begint altijd op een laag vuur – dat voorkomt dat het ei te snel stolt.
2. Verwarmen en roeren
Zet de pan op matig vuur en begin te roeren met een siliconen spatel. Roer rustig maar constant. Beweeg over de bodem en blijf roeren, zodat het ei gelijkmatig gaart.
3. Af en toe van het vuur halen
Zodra het mengsel dikker wordt, haal je de pan van het vuur. Blijf roeren. Zet ‘m daarna weer kort terug. Op deze manier krijg je een zachte, romige structuur. Geen droog roerei.
4. Garingsproces stoppen
Als het roerei nét gestold is, maar nog glanst, haal je de pan definitief van het vuur. Roer nu de crème fraîche erdoor. Dat koelt het roerei licht af en maakt het extra romig.
5. Afmaken
Roer de fijngehakte bieslook erdoor en breng op smaak met zeezout en eventueel zwarte peper.
6. Tomaten bakken
snijd de biologische tomaatjes in tweeen en bak kort aan in een klein beetje olijfolie.
7. Serveren
Smeer een lepel basilicumpesto op een plak zuurdesembrood. Verdeel het roerei erover of ernaast en garneer met plakjes tomaat of wat extra verse kruiden. Zacht, kruidig, vol smaak. En binnen 10 minuten op tafel.